Dressed Like Boys (feat. Antwerp Queer Choir)

Dressed Like Boys (feat. Antwerp Queer Choir)

  • za 16 aug.
singer and frontman of DIRK. inviting listeners into a deeply personal journey
Herkomst
België
genres
  • Indie
  • Pop
Voor fans van
DIRK., Perfume Genius, Sufjan Stevens,

Dressed Like Boys (feat. Antwerp Queer Choir)

singer and frontman of DIRK. inviting listeners into a deeply personal journey
  • za 16 aug.

Toen Jelle Denturck, frontman van decibelmakers DIRK., het gevoel had dat hij wat vastzat in zijn leven, leidde de zoektocht naar zichzelf tot de geboorte van Dressed Like Boys. Met zijn eerste soloproject giet hij die zoektocht, en de aanvaarding van zijn geaardheid, op intieme wijze in verbluffend mooie songs. Het titelloze debuut, geproduceerd door Tobie Speleman (o.a. ook The Haunted Youth, Calicos, Isolde Lasoen) verschijnt op 29 augustus. 

“Waarom ben ik hier eigenlijk?” Het was een van de Grote Vragen die Denturck zich op een bepaald moment stelde. Als voormalig student filosofie (“mátig student, ik was meer bezig met pintjes en vrienden”) ging hij in boeken en bij de klassieke filosofen op zoek naar het antwoord. “Maar door mij af te vragen waaróm ik besta, liep ik voorbij aan het simpele besef dát ik besta. Er mogen zijn is een mirakel en dat elke dag ten volle beseffen is magisch.”

In die periode borrelde er ook veel muziek naar boven en ontdekte Denturck een heel nieuw muzikaal facet van zichzelf. “Ironisch genoeg kennen de mensen mij vooral van DIRK., maar eigenlijk is dat de uitzondering, muzikaal het uitstapje. In de democratie die de band is, schrijf ik minder persoonlijk. Dressed Like Boys is de muziek die het dichtst bij mezelf ligt, en mijn bevrijding als songschrijver. Ik had oneindig veel tijd om de perfecte gouden melodie te vinden. Pas als alles goed zit in mijn hoofd, zet ik mij aan een instrument en neem ik een demo op. Ik heb het gevoel dat de artiesten naar wie ik opkijk ook zo werken: Bowie, Lennon, Nina Simone, Sufjan Stevens, Tobias Jesso Jr. Die maken allemaal songs waarvan je het gevoel hebt dat ze altijd al hebben bestaan. Dat is mijn doel als songschrijver, songs waarvan je denkt: hoe heeft nog nooit iemand dit uitgebracht?”

Uit zijn zelfonderzoek puurde Denturck persoonlijke songs als Healing, Pinnacles en Gregor Samsa: van mijmeringen over zijn liefdevolle geboortedorp Ingelmunster (“maar ook een gouden kooi”) tot de depressie na het overlijden van zijn moeder 7 jaar geleden. “Ik ben het type mens dat altijd pas achteraf door heeft hoe diep hij gezeten heeft. Pas twee jaar geleden, toen ik de zon in het leven weer begon te zien, besefte ik dat.” Hét thema is onvermijdelijk Denturcks geaardheid, die hij eindelijk helemaal omarmt. “Dat heeft wel even geduurd. Ik ben uit de kast gekomen en er een tijdje weer in gekropen. Jezelf aanvaarden is één ding, beseffen dat je de aanvaarding van de wereld niet nodig hebt nog wat anders.”

Heel persoonlijk is Pride, over het moment waarop Denturck en zijn vriend fysiek worden belaagd en daar verschillend op reageren. Andere songs gaan over queer history in het algemeen, zoals Stonewall Riots Forever, waar ook de naam ‘Dressed Like Boys’ van komt, Agony Street, over de tumultueuze relatie tussen de Franse schrijvers Rimbaud en Verlaine, en Jaouad, een ode aan queer icoon Jaouad Alloul. “Ik zie me niet als een activist, maar als ik via mijn muziek een steentje kan bijdragen aan de queer struggle, ga ik die kans niet laten liggen. Wel met de nuance: ik zie mezelf in de eerste plaats als muzikant. Ik wil dingen maken, mooie dingen maken. Dat is mijn levensdoel.” 

Had Denturck het gevoel dat hij met zijn demo’s maar wat aan het ‘prutsen’ was, dan vond het platenlabel die toch beter dan de opnames in “een dure studio met hypergetalenteerde muzikanten”. Denturck besloot het album helemaal opnieuw op te nemen en elke song zijn eigen karakter te geven, meteen in de opname. Hij schuimde hij het land af op zoek naar buffetpiano’s met de juiste klankkleur, tijdens een wandeling door Ingelmunster zong hij Our Part Of Town in op zijn iPhone, met vogels op de achtergrond, en een snare drum werd opgenomen met een koptelefoon in plaats van microfoon. “Hoe meer we op die manier bezig waren, hoe meer fun dat werd. En ik ben ongelofelijk tevreden met het resultaat, omdat ik het gevoel heb: qua sound, dat heb ik in België nog niet gehoord. Nu mag heel de wereld zeggen: dude, dat is de meest shitty plaat die ik al gehoord heb – ik ben blij, ik ben content.”